Onze eerste verre reis sinds Covid gaat naar Borneo, naar het Maleisische deel om precies te zijn. Omdat we nu vooral willen genieten hebben we gekozen voor een georganiseerde privé rondreis, via undiscovered.nl.
We vliegen in twee etappes naar onze bestemming Kuching. De eerste stop is na ruim 6 uur vliegen in Dubai. Na drie uur de benen strekken en een hapje eten vliegen we in 7,5 uur door naar Kuala Lumpur waar we weer even de benen kunnen strekken. Deze luchthaven heeft een indoor jungle waar we alvast een voorproefje krijgen van wat ons te wachten staat: warm en klam.
Wanneer we aankomen in Kuching worden we niet teleurgesteld. Het is inmiddels half negen ’s avonds, maar de drukkende hitte is nog goed aanwezig. Het koelt hier ’s nachts niet verder af dan een graadje of 26.
Gelukkig komen we in de avond aan. Dat betekent dat we na ruim 24 uur onderweg geweest te zijn snel naar bed mogen op een lokaal prima tijdstip, ook al is het voor onze lichamen nog maar drie uur in de middag. De eerste dag kunnen we rustig bijkomen. De ochtend hebben we nog niets gepland en verkennen we de stad een beetje. Kuching is een kleine stad met zo’n 800.000 inwoners en naar Aziatische begrippen rustig. Geen scooterchoas of getoeter, dus je kan op je gemak rondwandelen.
In de middag hebben we een korte tour door de stad langs een tentoonstelling in het gemeentehuis over de geschiedenis van Maleisië en langs een Chinese tempel. De gids wijst ons op een openlucht markt waar je goed kan eten, dus voor het avondeten wandelen we die kant op. Een verzameling eettentjes bij elkaar, met veel keuze in verse vis en andere Aziatische lekkernijen. Zoals het hoort op plastic stoeltjes en met plastic borden, genieten we van een heerlijke gefrituurde zeebaars in zoetzure saus en verschillende lokale groenten.

Voor een Chinese tempel in Kuching
De volgende dag hebben we de eerste echte excursie. We beginnen bij het Semenggoh Wildlife Rehabilitation Centre waar we orang-oetans hopen te zien. Het is een opvangcentrum maar de dieren leven er grotendeels in het wild. Omdat het gebied klein is worden ze bijgevoerd, de voederplaats is dan ook de beste plek om de apen te zien. Helaas voor ons zitten we aan het begin van het regenseizoen, wat ook het fruitseizoen is. Dat betekent dat in de jungle voldoende vers fruit beschikbaar is en de orang-oetans niet altijd naar de voederplaats komen. Zo ook vandaag, dus we verlaten het park zonder een glimp van ze te hebben opgevangen. Helaas, maar dit is nog maar het begin van de vakantie, we hopen op nog genoeg kansen.
Na Semenggoh vervolgen we na een korte lunch onze weg naar de rivier Sungai Tabo om daar met de boot naar nationaal park Bako te gaan. Helaas blijkt bij de terminal dat we een paar uur mogen wachten. Het is laag water en dan is de rivier te ondiep om te varen. We gaan even naar een Chinese tempel op een heuveltop om de tijd te doden. Fijne bijkomstigheid is dat bovenop de heuvel een lekker briesje staat. Als we halverwege de middag uiteindelijk naar Bako varen blijkt dat dat nog maar net kan. De bootsman steekt af en toe een stok in het water, de bodem is maar op 30 cm!
In Bako aangekomen snel de spullen in de kamer zetten en beginnen aan een wandeling voor het donker wordt. Deels door de jungle en deels over het strand zien we eerst silver leaf monkeys en later neusapen. Onze gids had vooraf al gewaarschuwd dat dit een “heat forest” is. De warmte wordt gevangen onder het bladerdak waardoor het nog warmer is. Zweet stroomt in beekjes van ons af en onze vingers zwellen op tot dikke worstjes, maar missie aap is geslaagd!

Silver leaf monkey
Na het avondeten doen we nog een nachtwandeling. We zien baardzwijnen, een vliegende eekhoorn (de gids noemt het flying lemur, maar lemurs leven alleen op Madagaskar), stingless bees en mieren die bladeren vouwen tot een nest. Erg mooi zijn de vuurvliegjes, maar daarna wijst de gids ons op glinstering in het water. Ook daar is bioluminescentie zichtbaar. Eerst lijkt het op de weerspiegeling van de sterren. Totdat een vis voorbij zwemt die een spoor van licht achter zich heeft. Sprookjesachtig!
De kamer in Bako heeft geen airco dus we gaan een warme, klamme nacht tegemoet op een slecht bed. Binnen is het nog warmer dan buiten. Weinig slaap dus, waardoor we wel merken dat het halverwege de nacht begint te onweren. Dit houdt aan tot in de ochtend. Onze vroege wandeling gaat dus niet door, te gevaarlijk. We besluiten ook de wandeling na het ontbijt niet te doen. We hebben gisteren gemerkt dat de junglepaadje modderig en stijl zijn en hoewel het inmiddels droog is lijkt het ons geen fijn vooruitzicht. Zeker omdat we op tijd staan: vanwege het lage tij moeten we voor 10.30 uur weg zijn, anders moeten we tot ’s avonds blijven.

Neusaap in Bako N.P.
Terug in Kuching verblijven we gelukkig weer in hetzelfde hotel als eerder, met fijne kamers, een goeie douche en airco!
Wat een zwoele sfeer! Prachtige en bijzondere dieren hebben jullie gezien