Tarangire
Na onze eerste kennismaking met de lokale jeugd en cultuur, is het tijd voor safari! Dat is waarvoor we in Tanzania zijn en dat zullen we weten. We beginnen in Tarangire National Park met gamedriven. Met een grote Toyota Landcruiser gaan we op pad met onze gids Omega. Zodra we het park inrijden spotten we het eerste wild: banded mongoose. Leuke beestjes om te zien, maar gelukkig blijft het daar niet bij. Tarangire staat bekend om de vele olifanten, en die zien we al gauw. Tussen de vele baobab bomen spotten we verder de nodige giraffes, een paar struisvogels, kleine hertachtigen met de leuke naam dikdik, de nodige impalas en een paar grote secretarisvogels. Een mooi begin van de komende safaris. Om bij te komen, eindigen we in het tented camp ‘Kirumu Tarangire Lodge’ net buiten het park. Omdat de parken hier niet omheind zijn mag je in het donker niet alleen rondlopen en word je door een Maasai met een grote speer veilig naar je tent gebracht. Tijdens het inchecken staat er een paar olifanten net buiten de receptie, dus geen loze waarschuwing!
Als dit tentenkamp representatief is voor wat we de rest van de trip kunnen verwachten wordt het afzien 😉. We hebben een grote bungalowtent met een emperor-size bed en eigen douche en toilet. Het restaurant serveert een uitstekend drie-gangendiner. Dit is geen bushcamping, maar bushglamping!

Mto wa Mbu
Voordat we verdergaan met safaris hebben we een korte tussenstop in het plaatsje Mto wa Mbu. “Rivier met veel muggen” betekent dat. Gelukkig zijn we er overdag dus hebben we weinig last van die beesten.
Omdat de komende dagen veel zitten in de auto wordt, gaan we hier fietsen. We worden door onze gids langs rijstplantages geleid en door een bananenplantage. Die bananen zijn er niet alleen om te eten, ze brouwen er hier ook een soort bier van, genaamd mbege. Wij mogen die ook proeven. Het gist drijft er nog op, dus dat blazen we voorzichtig weg voor we een slok nemen van de mildzoete, licht alcoholische (1,6%) versnapering. Maisha Marefu! (proost!).
Nadat we de lokale markt hebben bezocht is het tijd voor een lunch gemaakt van de lokale producten die we daar zagen en die ze voor een groot deel hier telen.
Na dit uitstapje verblijven we in Rhotia Valley Tented Lodge. De verwachting die door het vorige kamp is gewekt wordt hier waargemaakt. Weer een grote bungalowtent en uitstekend eten. Dit kamp staat op een heuvel met een weeshuis op de heuvel ernaast. De opbrengsten van dit kamp worden gebruikt om het weeshuis te financieren. Toch fijn om op zo’n manier een positieve impact te hebben.
Serengeti
We rijden via de Ngoro Ngoro conservation area richting het zuiden van de Serengeti. Eerst nog over een mooie vlakke asfaltweg, maar al gauw verlaten we die en gaan we verder over een hobbelige zandweg. Dit wordt de norm voor de komende dagen. De Serengeti begint vlak met vooral dor gras. Hier is duidelijk het droge seizoen en de meeste dieren zijn noordelijker getrokken. Wat we vooral zien zijn impalas, die vinden het droge gras blijkbaar geen probleem. Naarmate we verder het park intrekken verandert het landschap. Naast droog savannegras komen er struiken en bomen bij. Enkele grote partijen ronde rotsen breken het landschap. In dit gebied zien we meer dieren zoals giraffes, wildebeesten, gazelles, impalas, zebras, bavianen, hartebeesten en topi’s. Naast struisvogels zien we ook de grote kodi bustard, de grootste vliegende vogel van Afrika.

We komen er al gauw achter dat de makkelijkste manier om bijzondere dingen te vinden is om goed te kijken naar grote groepen auto’s. Op die manier zien we een troep leeuwen met welpjes, een paar cheeta’s met welpjes en twee mooie jonge mannetjesleeuwen onder een boom.
We overnachten weer in een goed verzorgd tentenkamp met dezelfde regels: niet in het donker naar buiten!
De tweede dag in de Serengeti rijden we verder noordwaarts, bijna tot aan de keniaanse grens. Overal waar we kijken zien we de uitgestrekte vlakte van de Serengeti. Omdat we hier meerdere dagen doorbrengen dringt pas tot ons door hoe groot het gebied is. Het nationaal park Serengeti is ongeveer net zo groot als de provincies Noord-Brabant, Gelderland en Overijssel samen. Het hele gebied, waaronder ook de Ngoro ngoro conservation area en de Maasai Mara in Kenya vallen, is net zo groot als die provincies plus Groningen, Friesland, Drenthe en Noord-Holland, driekwart van de oppervlakte van Nederland.

Terwijl we genieten van alle mooie dieren en het landschap zien we steeds minder andere auto’s. Maar ook hier zien we af en toe meerdere auto’s bij elkaar staan om iets moois te bekijken. Zo zien we dit keer een troep leeuwen met nog zogende welpjes. Wat lief!
De grens met Kenia wordt gevormd door de Mara rivier. Dit is de breedste rivier in het gebied, en de wildebeesten en zebra’s moeten deze tijdens hun grote trek oversteken. Dat spektakel hopen we nu te zien want in deze periode is de grote trek in dit gebied. Tijdens deze migratie volgen de dieren de regens en trekken ze in een jaar klokwijs door het Serengeti/Maasai Mara gebied. We hebben geen geluk. In de omgeving van de rivier zien we maar weinig wildebeesten en dus zien we er ook geen oversteken. In de buurt van de rivier maken we nog een ongeplande tussenstop: we hebben een lekke band. Omdat dit het terrein is van leeuwen en andere grote jagers houden wij de omgeving goed in de gaten terwijl Omega de band wisselt. Hij is daar zo ervaren in dat het hem lukt zonder een vlekje op z’n shirt te maken. Dat we alleen een lekke band hebben valt nog mee op dit terrein, we zien meerdere keren andere Landcruisers staan met een gebroken achteras.
De volgende dag hebben we meer geluk. Doordat onze gids in radiocontact staat met de andere wagens horen we van een oversteek in de buurt. We racen over de hobbelige zandweggetjes naar de plek van de actie. Omega toont zich een ware Max Verstappen van de savanne en we scheuren al stuiterend over de weg. Zelfs andere wagens inhalen lukt hem om een mooi plekje met goed uitzicht te bemachtigen. Als we aankomen is nog net het staartje van een kleine oversteek bezig. Niet de grote kuddes die je op tv wel ziet, maar we zien toch een aantal wildebeesten met ware doodsverachting beginnen aan de oversteek. In complete paniek proberen de dieren aan de overkant aan wal te komen. Ze kijken niet heel goed waar ze het makkelijkst uit het water kunnen komen en proberen over grote gladde rotsen heen op de wal te klimmen, terwijl even verderop de kade veel beter begaanbaar lijkt. In de ogenschijnlijk ongecontroleerde klauterpartijen zien we sommige dieren veilig aan wal komen. Eén maakt een inschattingsfout en komt klem te zitten tussen twee rotsen waar hij zich niet meer tussenuit kan wurmen. Anderen gebruiken hem als opstapje om de wal op te komen. Daar zijn ze nog niet veilig. We zien aan de overkant hyena’s eten van de restanten van een eerder gegrepen dier. Wanneer de hyena’s klaar zijn, duiken de gieren op het karkas. Eerst enkelen, maar een paar minuten later zitten er tientallen op die vechten om het lekkerste stukje vlees. In een kwestie van een paar minuten is er niets meer over dan een skelet met huid en verspreiden de gieren zich weer.
In de chaos vergist een gnoe zich en zwemt terug naar onze kant. Helaas voor hem wordt hij gespot door een krokodil. We zien hoe deze hem grijpt en onder water trekt. Even later komt het karkas bovendrijven, de krokodil heeft waarschijnlijk een poot van het dier afgetrokken en laat de rest gaan.
Onze gids is nog niet tevreden met deze actie en hoopt op een grotere oversteek. We scheuren nog een paar keer naar verschillende plekken waar gnoe’s zich verzamelen maar helaas zien we geen oversteek meer.
Na dit spektakel beginnen we aan onze tocht naar centraal Serengeti. Onderweg verandert het landschap weer en genieten we van de vele dieren. Als toetje zien we vlak voor we bij ons laatste tentenkamp in de Serengeti komen een groep hyena’s met pups, en een leeuwenstelletje dat bezig is met kleintjes maken.
Ngoro ngoro krater
Al game drivend rijden we verder zuidwaarts. We hopen nog een luipaard te zien maar helaas, die tonen zich vandaag niet. Aan het begin van de middag rijden we de Ngoro ngoro krater binnen. Dit is een oude en enorm grote dode vulkaan waar de volledige caldera (rand van de vulkaan) nog van overeind staat. In de loop der jaren is hier een heel afwisselend natuurgebied ontstaan. Er is een brakwatermeer, bosgebied, vennetjes en beekjes, moerasgebied en een grote savanne. Omdat de buitenkant glooiend is en de binnenwand vrij stijl konden veel dieren de krater wel in maar niet meer uit. Daardoor is een enorm rijke populatie ontstaan. 16 jaar geleden ben ik hier al geweest en de verwachtingen zijn hoog. Helaas valt de hoeveelheid dieren die we zien tegen. We zien nog steeds veel wildebeesten, buffels en zebra’s. Ook olifanten en nijlpaarden ontbreken niet. In het brakwatermeer zien we flamingos. Heel in de verte zien we de zeldzame zwarte neushoorn. Door de trilling van de warme lucht is hij helaas niet goed op de foto te zetten.

Na hier een paar uur te hebben rondgereden rijden we de krater uit. Niet ver er buiten veranderd de weg naar mooi vlak asfalt. Dat is een verademing na 4 dagen non-stop rammelen en schudden. Pas als we uitstappen bij onze lodge merken we hoe we gewend waren aan dat schudden: de wereld lijkt de deinen en we staan te schommelen op onze benen, alsof we na een paar dagen op zee weer aan land komen.